We spreken pas van een ‘doorgeschoten INR’ als die hoger dan 6.0 is.
Streefwaarden & schommelingen
Als een INR-waarde tussen de – door uw arts en/of trombosedienst bepaalde – streefwaarden blijft, dan is er niets aan de hand. Meestal ligt die streefwaarde ergens tussen de 2.0 en 4.0; mede afhankelijk van de aanleiding van uw antistollingsbehandeling. En soms schommelt uw bloedstollingswaarde wellicht een beetje, lees hier welke factoren daarop van invloed kunnen zijn.
Waarom is een te hoge INR niet goed?
Als uw bloed (veel) te dun is, dan is het risico op bloedingen groter. En dat kan gevaarlijk zijn. Met name bij trombosepatiënten die wat minder mobiel zijn – zoals ouderen die vaak vallen of slecht ter been zijn – of mensen die bijvoorbeeld vanwege hun sport meer kans hebben op een (interne) bloeding.
Lees ook: