INR is een maat voor de stollingstijd van bloed, het staat voor International Normalized Ratio. Het geeft aan hoe snel het bloed stolt. Van nature is de INR waarde 1; een INR waarde van 3 betekent dat het bloed 3 keer zo langzaam stolt. In plaats van in 15 seconden stolt het bloed pas na 45 seconden.
De INR waarde schommelt gedurende de dag. Dit is normaal. Het is de bedoeling dat u binnen bepaalde waarden blijft: dit noemen we de streefwaarden. De streefwaarden zijn afhankelijk van de reden waarom iemand antistollingsmiddelen gebruikt. Is er veel kans op trombose, dan zijn de streefwaarden hoger. Is er meer kans op een bloeding, dan zijn streefwaarden juist wat lager. In Nederland worden twee groepen streefwaarden gehanteerd:
Groep 1: INR 2,0 – 3,0
Groep 2: INR 2,5 – 3,5
De verwijzend arts of specialist bepaalt in welke groep de patiënt terechtkomt. Als de INR waarde lager is dan de streefwaarde, dan is er een grotere kans op trombose. Is de INR waarde hoger dan de streefwaarde, dan is er een verhoogde kans op een bloeding complicatie. Binnen de vaststelling van de streefwaarden is rekening gehouden met marges. Het is niet zo dat bij een te lage INR waarde altijd en direct trombose optreedt, of dat bij een te hoge INR waarde altijd en direct een bloeding ontstaat. Toch is het belangrijk om de INR waarde zo goed mogelijk binnen de streefwaarden te houden
Een van de meest voorkomende vragen is waarom de INR waarde soms wat schommelt. Over het algemeen is het niet abnormaal dat de INR waarde binnen de streefwaarde enigszins schommelt. Dat wil zeggen dat deze niet veel afwijkt en binnen de streefwaarde blijft. Bij meer dan 80% van de cliënten van de De Nationale Trombose Dienst valt deze waarde binnen deze norm.
Belangrijk wordt het pas als de INR waarde buiten deze streefwaarde komt en dat gedurende langere tijd. Er zijn veel factoren die een rol kunnen spelen bij het fors schommelen, waarvan vele dagelijks een rol spelen en die niet erg opvallen. Echter, indien de INR waarde van de streefwaarde af gaat wijken kunnen deze een belangrijkere rol gaan spelen en wordt u door ons benaderd om te vragen of een van deze factoren een rol speelt. Dit is belangrijk, want dit kan een oplossing zijn om de INR waarde te stabiliseren, maar het kan ook zijn dat juist de onstabiele INR waarde een aanwijzing kan geven dat er zaken zijn die meer aandacht behoeven.
- Wisselwerking met andere geneesmiddelen
- Onvoldoende therapietrouw
- Diarree
- Koorts
- Braken
- Andere aandoeningen
- Stress
- Sterk wisselende lichaamsbeweging
- Grote veranderingen van gewicht, sommige vermageringsdiëten
- Verandering van leefomstandigheden (bijvoorbeeld vakantie)
- Voeding
- Gebruik van voedingssupplementen of multivitaminepreparaten (met vitamine K)
- Alcoholmisbruik (sociale alcoholinname beïnvloedt de INR waarde niet tot nauwelijks)
- Erfelijk profiel
De Nationale Trombose Dienst houdt nauwgezet uw INR waarde en de schommeling in de gaten en zullen contact met u opnemen als de INR waarde buiten de streefwaarde komt of instabiel dreigt te worden.
[/fusion_text][fusion_separator style_type=”none” hide_on_mobile=”small-visibility,medium-visibility,large-visibility” class=”” id=”” sep_color=”” top_margin=”25″ bottom_margin=”” border_size=”0″ icon=”” icon_circle=”” icon_circle_color=”” width=”” alignment=”center” /][/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]