Streefwaarde

Uw INR-waarde schommelt gedurende de dag, dat is normaal. Het is de bedoeling dat die binnen bepaalde waarden blijft: dit noemen we de streefwaarden.

Streefwaarden
De streefwaarden zijn afhankelijk van de reden waarom iemand antistollingsmiddelen gebruikt. Is er veel kans op trombose, dan zijn de streefwaarden hoger. Is er meer kans op een bloeding, dan zijn streefwaarden juist wat lager.

In Nederland worden twee groepen streefwaarden gehanteerd:

Groep 1: INR 2,0 – 3,0
Groep 2: INR 2,5 – 3,5

Uw voorschrijvend arts of specialist bepaalt in welk streefgebied u terecht komt. Als de INR-waarde lager is dan de streefwaarde, dan is er een grotere kans op trombose. Is de INR-waarde hoger dan de streefwaarde, dan is er een verhoogde kans op een bloedingscomplicatie. Denk aan blauwe plekken of een (interne) bloeding. Neem bij een vermoeden van een bloeding of trombose altijd contact op met uw (huis)arts of 112.

Wees gerust
Het is niet zo dat bij een te lage INR-waarde altijd en direct trombose optreedt, of dat bij een te hoge INR-waarde altijd en direct een bloeding ontstaat – binnen de streefwaarden is namelijk enige marge opgenomen. Om de kans op trombose en/of bloedingen te minimaliseren, is het wel belangrijk om uw INR-waarde altijd zo goed mogelijk binnen de streefwaarden te houden.

▶️ Lees ook: Wat is een INR-waarde?