Uw (huis)arts of specialist heeft u antistollingsmiddelen voorgeschreven en daarbij bewust gekozen voor een bepaalde werkzame stof. Er zijn in Nederland namelijk verschillende merken op basis van verschillende werkzame (en hulp-) stoffen verkrijgbaar.
Ter illustratie
Stel, u heeft hoofdpijn en wilt daar iets tegen innemen. Dan kunt u kiezen uit verschillende soorten medicijnen, op basis van verschillende soorten werkzame stoffen. En heeft u – al dan niet op advies van uw arts/specialist/trombosedienst – eenmaal voor een bepaalde werkzame stof gekozen, bijvoorbeeld paracetamol, dan kunt u vervolgens weer kiezen uit verschillende (huis)merken.
Dat is ook bij antistollingsmiddelen het geval. Er zijn meerdere soorten antistollingsmiddelen – en per soort meerdere merken – verkrijgbaar.
Het (korte) antwoord op uw vraag
Uw arts bepaalt welke werkzame stof en dus medicijn u als antistollingsmiddel krijgt, niet van welk merk dat moet zijn. Daardoor kan het voorkomen dat u een tijdlang merk A ontvangt en – bijvoorbeeld door het beleid van uw zorgverzekeraar of door een tekort aan een bepaald medicijnmerk – u ineens merk B bij de apotheek krijgt, maar op basis van dezelfde werkzame stof.
Dat is op zich geen probleem, wilt u het wel even aan ons doorgeven via een bericht in uw dossier? Het kan namelijk voorkomen dat er bepaalde (andere) ingrediënten in zitten, die ervoor zorgen dat uw lichaam anders reageert en uw INR-waarde (iets) afwijkt. Dat komt doordat er – naast de werkzame stof – ook andere hulpstoffen (stoffen die het medicijn bijvoorbeeld een bepaalde vorm, smaak of kleur geven) in zitten, waardoor het lichaam anders reageert.
N.B. Is er vanwege een medicijntekort een antistollingsmiddel op basis van een bepaalde werkzame stof (tijdelijk) niet verkrijgbaar? Dan overlegt de apotheek met uw huisarts en/of behandelend specialist of u eventueel een ander middel, op basis van een andere werkzame stof, kunt gebruiken.
▶️ Lees ook: ‘Ik heb een ander merk antistollingsmiddel ontvangen. Moet ik dat doorgeven?‘