Het hele assortiment antistollingsmedicijnen vatten we samenvatten met: bloedverdunners. Dat is opmerkelijk omdat deze middelen uw bloed niet letterlijk dunner maken. Maar zowel de echte namen als de werkingen van medicatie bij trombose zijn complex. Daarom is een eenvoudiger woord ontstaan die weliswaar niet de lading dekt, maar iedereen weet wel wat ermee wordt bedoeld.
Bloed, omdat de medicatie een effect heeft op uw bloed. Verdunners, omdat het wordt ingenomen om problematiek rondom bloed-‘verdikkingen’ oftewel ongewenste bloedstollingen, te voorkomen of te verhelpen.
Sommige medicijnen zorgen ervoor dat bloedplaatjes niet aan elkaar gaan kleven, andere dat bloed niet te snel stolt. Bij een hartinfarct, herseninfarct of vaatlijden krijgt u meestal de bloedplaatjesremmers. Bij een trombose of longembolie, of een verhoogd risico hierop, krijgt u antistollingsmiddelen voorgeschreven.
Waarom bloedverdunners gebruiken?
Geen enkel pilletje laat de trombose verdwijnen. Dat kan alleen uw lichaam zelf doen, en dóet dat in de meeste gevallen ook. Met behulp van medicijnen is uw lichaam hier nóg beter toe in staat. Ook helpt medicatie voorkomen dat de aanwezige bloedstolling, zolang die nog niet is weggewerkt, niet groter wordt. Maar de medicatie bij trombose is er vooral om ervoor te zorgen dat het niet nog een keer ontstaat. Bij een trombosebeen of longembolie is het meestal niet langer dan een half jaar nodig. Heeft u een erfelijke aanleg, een stollingsziekte of bepaalde hartproblemen? Dan kan het nodig zijn om voor altijd bloedverdunners te blijven slikken.
Hoe gebruikt u bloedverdunners?
Bij een acute of ernstige trombose (bijvoorbeeld een longembolie), of wanneer u in uw situatie extreem veel kans heeft op een trombose, krijgt u een antistollingsmedicijn, vaak via een injectie. Die moet een aantal keren herhaalt worden, soms meerdere keren per dag. Daarom wordt u geleerd hoe u dit bij uzelf kunt doen. Deze behandeling, met een prik in uw buik, duurt vaak enkele dagen tot hooguit enkele weken. Dan gaat u over op tabletten die u één keer per dag inneemt op een vast tijdstip. De stof in de tabletten en uw bloed reageren erg sterk op elkaar. Het mag absoluut niet teveel zijn, dan stolt u bloed helemaal niet meer. Maar stolt het te langzaam, dan verhoogt dat weer de kans op trombose. Het hangt dus af van uw persoonlijke situatie hoeveel u hiervan moet innemen. Om hier uiterst zorgvuldig mee om te gaan moet u bij het gebruik van bepaalde bloedverdunners ongeveer maandelijks bloedprikken. De INR-waarde is een begrip dat u hierbij vaak zult horen. Dit is de stollingswaarde in uw bloed, het allesbepalende getal voor het doseren van uw medicatie.
Wilt u meer weten over de verschillende behandelmethoden bij trombose? Lees hier alles over trombose behandelingen.
Bloedverdunners en trombose zelfzorg
Met Trombose Zelfzorg via De Nationale Trombose Dienst zorgen we sámen met u dat u altijd precies de juiste hoeveelheid bloedverdunners slikt. De INR-waardes meten, dat doet u zelf. Alles wat u hiervoor nodig heeft aan kennis en materialen, leveren wij. U hoeft geen verstand te hebben van medicijnen.
Voorheen kon u hiervoor alleen terecht bij een prikpost, maar dat is gelukkig verleden tijd. Met Trombose Zelfzorg krijgt u professionele controle over uw bloedstollingsfactor (INR-waardes), terwijl u de deur niet uit hoeft. Lees hier alles over Trombose Zelfzorg via De Nationale Trombose Dienst.
Heeft u trombose en wilt u ook overstappen naar zelf meten? Zo kunt u razendsnel van start:
- Meld u aan op trombosezelfzorg.nl
- Komt u in aanmerking? Volg de e-learning
- Bent u geslaagd? Een van onze zelfzorgconsulenten komt bij u langs
- U kunt direct van start met zelf meten
Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog, of wilt u meer weten over zelfmeten bij trombose? Neem gerust contact met ons op, wij helpen u graag.
(Trombose)zorg voor uzelf. Altijd & overal.
Andere blogs
Die u wellicht ook interessant vindt: