Risicofactoren trombose

Risicofactoren trombose

Wat zijn de risicofactoren van trombose? En hoe kunt u de kans op een (diep-) veneuze trombose en/of embolie zoveel mogelijk verkleinen?

Bloedsamenstelling

Eerst even een korte uitleg over de samenstelling van uw bloed: van de circa 4 tot 6 liter bloed die door uw lichaam stroomt, bestaat ongeveer de helft (55%) uit bloedplasma. De andere helft (45%) bestaat uit bloedcellen die worden aangemaakt in het beenmerg.

Bloedcellen zijn in te delen in drie categorieën:

  • Rode bloedcellen (erytrocyten)
  • Witte bloedcellen (leukocyten)
  • Bloedplaatjes (trombocyten)

Bloedstroom
Uw bloed speelt een cruciale rol bij het transport van zuurstof, antilichamen, hormonen en voedingsstoffen als mineralen, eiwitten, vetten, vitaminen en koolhydraten naar uw organen. Als de samenstelling van uw bloed normaal is, circuleert het door uw lichaam zonder te stollen. Als uw bloedsamenstelling uit balans is en/of verstoord wordt, dan kan dat de stollingsactiviteit verhogen en kan er een beperkte bloedstroom optreden.

Stollingssnelheid
De normale stollingssnelheid ofwel protrombinetijd van bloed ligt tussen de 11 en 14 seconden, daarbij hoort een bloedstollingswaarde – INR-waarde – van ongeveer 1. Hoe lager de INR-waarde, hoe sneller het bloed stolt en er een verhoogd risico is op trombosevorming. En hoe hoger de INR-waarde, hoe meer kans op een (interne) bloeding.

Afhankelijk van het soort aandoening waarvoor u antistollingsmiddelen slikt, liggen de streefwaarden in Nederland tussen de 2.0 en de 3.5, onderverdeeld in twee groepen. Lees het blog ‘Wat is een INR-waarde?’ voor meer achtergrondinformatie.

Risicofactoren trombose

Naast een te lage INR-waarde zijn er ook andere veelvoorkomende risicofactoren voor trombose (waarbij een bloedstolsel een van uw bloedvaten verstopt) te noemen:

  • Aantasting/beschadiging van de bloedvaten*
  • Een chirurgische ingreep
  • Een ernstige ontsteking
  • Een verstoorde bloedstroom door immobiliteit (bijv. door lang stilzitten, een gipsverband of bedlegerigheid)
  • Een eerdere trombose
  • Gebruik van orale anticonceptiva (de pil)
  • Boezemfibrilleren
  • Hartklepafwijkingen en/of een kunsthartklep
  • Aangeboren afwijkingen in het bloedstollingssysteem

*Bloedvaten is de verzamelnaam voor slagaders, aders en haarvaten.

Als zo’n bloedstolsel losschiet, kan dat leiden tot een infarct en/of embolie.

▶️ Lees ook: Trias van Virchow • De 3 belangrijkste factoren die bijdragen aan de ontwikkeling van bloedstolsels in de aderen.

Aantasting van de bloedvaten

Veel aandoeningen aan de bloedvatwanden worden veroorzaakt door (slag)aderverkalking. Aderverkalking ofwel atherosclerose ontstaat door de ophoping van cholesterol, kalk en ontstekingscellen (plaque) aan de wand van de aderen. Daardoor wordt de bloedvatwand langzaam dikker en minder elastisch. U kunt zich voorstellen dat bloedvaten daarbij makkelijk vernauwd of afgesloten raken.

Leeftijd
Bij iedereen ontstaat gedurende het leven wat plaque in de vaten, en u kunt er zeker wat aan doen om plaquevorming zoveel mogelijk te voorkomen. Het risico op aderverkalking neemt echter sowieso toe naarmate je ouder wordt.

Als de wand van een bloedvat eenmaal is aangetast door aderverkalking (of een andere oorzaak), dan stroomt het bloed daar wat langzamer en is de kans groter dat er op die plek een bloedstolsel aan de vaatwand ontwikkelt. Bekende factoren die bijdragen aan aderverkalking – en daarmee de kans op een trombose vergroten – zijn:

  • Ouderdom
  • Roken
  • Overgewicht
  • Stress
  • Een hoge bloeddruk
  • Een hoog cholesterolgehalte in het bloed
  • Suikerziekte (diabetes mellitus)
  • Een ongezond voedingspatroon
  • Te weinig lichaamsbeweging

Erfelijke afwijkingen

U kunt eenvoudigweg ook aanleg hebben voor trombose, bijvoorbeeld door erfelijke aandoeningen als:

*Bij een deficiëntie is er sprake van een tekort aan een bepaalde stof.

Leefstijlgerelateerde risicofactoren trombose

De vorming van een bloedstolsel is nooit helemaal te voorkomen. Toch is het risico op trombose kleiner als u een gezonde leefstijl hanteert, dus:

  • Voorkom overgewicht
  • Eet gezond, gevarieerd en matig
  • Stop met roken
  • Beperk langdurig stilzitten of stilstaan
  • Vermijd langdurige stress
  • Beweeg voldoende
  • Stimuleer de bloedsomloop met trombose oefeningen

▶️ Lees ook: Gezonder leven moeilijk? Met deze eetwissel tips niet meer

Overgewicht
En heeft u een verhoogde BMI of zelfs (morbide) obesitas? Dan heeft u aanzienlijk meer kans op allerhande vervelende kwaaltjes en (ernstige) gezondheidsproblemen, waaronder trombose. Bij een BMI boven de 25 is het risico op een diep-veneuze trombose (DVT) en longembolie maar liefst 3 tot 5 keer groter. Reden genoeg om op gewicht te blijven, toch?

▶️ Lees meer over trombose door overgewicht

Diagnose trombose

Aan een infarct door een trombose – waarbij weefsel beschadigd raakt door de deels of volledig verstopte bloedtoevoer – gaan vaak verschillende klachten vooraf. Denk aan hevige hoofdpijn, pijn op de borst, verlamming, verwarde spraak, kortademigheid et cetera.

Trombose geeft echter niet altijd – zichtbare en/of onzichtbare – klachten, is mede afhankelijk van in welk deel van het lichaam de trombose optreedt. Daarom is het diagnosticeren van een (diep) veneuze trombose soms lastig, zelfs voor een (huis)arts. Vervolgonderzoeken die veelal worden gebruikt bij het vaststellen van een trombose zijn:

  • Een echografie
  • Een flebografie
  • Een CT-scan of angiografie
  • Een D-dimeerbepaling door het lab

Soorten trombose die relatief eenvoudig te herkennen zijn:

Twijfelt u of er sprake is van trombose en/of een longembolie? Neem te allen tijde direct contact op met uw huisarts en/of bel 112. Trombose is in potentie levensgevaarlijk. En hoe sneller de behandeling, hoe groter de kans op (volledig) herstel.

Toch naar de trombosedienst?

U heeft niet altijd alles in de hand. Veel risicofactoren voor trombose kunt u echter vermijden en/of zelf in positieve zin beïnvloeden. En mocht u na een trombose toch aan bloedverdunners – in de vorm van cumarinederivaten oftewel vitamine K antagonisten (VKA’s) – gebonden zijn om de kans op ongewenste bloedstolsels en trombose tot een minimum te beperken? Dan staan wij u graag bij.

Zelfmeten bij trombose
Met Trombose Zelfzorg van De Nationale Trombose Dienst (NTD) hoeft u nooit meer naar de trombosedienst, ook niet voor de periodieke controle van het meetapparaat. U meet eenvoudig zelf, het doseerschema staat veelal diezelfde dag nog voor u klaar en ons doseerteam (o.a. bestaande uit BIG-geregistreerde artsen en verpleegkundigen) houden uw INR-waarde en dosering zorgvuldig in de gaten.

De NTD is de meest gewaardeerde trombosedienst van Nederland. Ook met zelfmeten via onze online trombosedienst aan de slag? Meld u direct aan via www.trombosezelfzorg.nl.

Andere items

Andere artikelen die u wellicht ook interessant vindt: